Besloten Prijsvraag
240m2 BVO
2002
Opdrachtgever: Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam
Observatie
De geschiedenis van Amsterdam laat het ontstaan van een steeds complexer ruimtelijk
systeem zien. Zoals veel steden heeft Amsterdam zich ontwikkeld van een stabiele
en begrijpelijke stad naar een ruimtelijk systeem zonder eenduidige hierarchie.
Hoewel de afzonderlijke lagen waaruit het systeem opgebouwd is een zekere consistentie
bezitten, levert de optelling van deze lagen een ondoorzichtig geheel op. Ondoorzichtig
in de zin dat voor de bewoners de potenties van de stad niet meer eenvoudig
te benoemen zijn. Dit in sterk contrast met de toename van de wens tot individuele
ontplooiing en onafhankelijkheid. De ontdekkingstocht naar individuele hoogwaardige
plaatsen is eerder gebasseerd op toeval dan op kennis. De ervaring van de ruimte
die bij deze ontdekkingstocht doorkruist wordt, is getransformeerd van homogeen
naar gefragmenteerd.
Gedeeltelijk hiermee samenvallend heeft de organisatie van de samenleving een
fundementele verandering ondergaan. Van een (min of meer eenduidig) samenleving
naar een los van elkaar opererend ensemble van collectieven. De wens een onafhankelijk
individu te zijn impliceert de acceptatie van het andere. Zonder bewustzijn
van deze noodzaak varandert individualiteit in egoïsme.
Tentoonstelling
Het voorgaande (de ontwikkeling van Amsterdam, de bewustwording van de ruimte
waarin je je begeeft en de acceptatie van de bewegingsruimte van de medebezoekers)
wordt op verschillende manieren vormgegeven.
Ten eerste de ontwikkeling van de stad. Ter hoogte van het plafond van het entre-sol wordt een
nieuwe plafond gehangen. Het plafond bestaat uit draaibare panelen van 85
bij 195 en 390 cm (resp. 64 en 34 stuks), welke aan slanke stalen vakwerkliggers
gemonteerd zijn.
Er is geen sprake van een eenduidige manier van bewegen door de rijen panelen.
Er zijn geen paden uitgespaard. Analoog aan de organisatie van de hedendaagse
stad wordt de bezoeker uitgedaagd een
eigen weg zoeken. Dit gebeurt door de panelen omhoog te draaien.
Dit betekend niet dat er geen sprake is van een ontwikkeling
van de ruimtelijkheid. Deze volgt de eerder geschetste ontwikkeling van
de ervaring van de stad. Bij de entree is er sprake van een heldere structuur:
alle panelen draaien op dezelfde manier naar beneden, en laten zo een pad in
de breedt van de kerk ontstaan. Aan het eind hebben de panelen een dubbele lengte,
met in het midden een scharnierpunt. Doordat de panelen beide richtingen opdraaien
onstaat een gefragmenteerde en, belangrijker, dynamische ruimte: het is onduidelijk
wat voor en wat achter is. Je kan je eigen hierarchie en verhaallijn creëren.
De zone tussen begin en eind laat een verloop zien; hoe verder naar het einde
hoe dynamischer de ruimte.
Het dynamische plafond heeft enkele bijproducten tot gevolg.
Ten tweede de individualisering van de bewegingsruimte. Het draaien van een
paneel kan alleen wanneer je je rekenschap geeft van je medebezoekers: dit is
eenvoudig omdat de overige bezoekers zichtbaar zijn vanaf hun middel.
Deze rekenschap is een impliciete afspraak tussen de bezoekers, want ook jij
wilt dat met jou rekening wordt gehouden. Daar waar de ruimte het meest dynamisch is, moet je ook het
beste op je medebezoeker letten (en vice versa).
Ten derde bewustwording van de potenties van ruimte. De hoogte van de kerk,
met het mooie blauwe plafond wordt benadrukt door het opdelen van de ruimte
door de panelen. Bij het betreden van elke nieuwe zone ontstaat een andere lichtinval.
Hierdoor wordt je aandacht even van de panelen naar de ruimte verschoven. De
Panelen kaderen zo iedere keer een ander stuk van de
kerk in. En ook hiervoor geldt dat naar het einde toe het effect sterker
wordt.
Door de dynamische ruimte wordt het tentoongestelde materiaal blootgesteld aan
verandering. De relatie tussen de verschillende panelen wordt constant geherdefinieerd.
Als bezoeker kan je alleen maar geduld hebben, met jezelf. Aandacht voor de
ruimte waar je je in bevindt, is een vereiste om alle informatie tot je te nemen
(maar is het erg wanneer je iets niet ziet).