Schuren

Verbouwing van schuur tot woonhuis
Tiendweg, Bavel (N-B), NL
220m2 BVO
voltooid 2014

Opdrachtgever: Anoniem
Aannemer: Bouwbedrijf Van Raak BV, Gilze
Constructeur: Evers Partners, IJmuiden
Fotografie: Jeroen Musch

Download PDF-brochure


Hoe kunnen twee structuren als eenheid ervaren worden zonder hun eigen karakter te verliezen.
Een beschermde schuur uit 1952 en een woonhuis uit 2014 moeten één worden en tegelijkertijd twee blijven: wat verbindt, en wat scheidt. De opdrachtgevers wilden een huis met een besloten, veilig, kleinschalig en gevarieerd karakter. Iedere verblijfsruimte moest bovendien direct verbonden zijn met de zon. Nu heeft iedere ruimte in een huis zowel licht als schaduw, en zowel beslotenheid als openheid nodig, maar het verschil tussen de ruimtelijke structuur van de schuur en het huis lijken hier moeilijk te verenigen. Bij het oorspronkelijke ontwerp van de schuur was onder andere lichttoetreding ongewenst. Toch horen ze straks bij elkaar. Ze zijn onherroepelijk met elkaar verbonden.

beslotenheid en licht
Een onderzoek naar de geometrische structuur van de schuur laat zien dat deze opgebouwd is uit vierkanten, kubussen en hoeken van 45 graden. De toe te voegen structuur kan niet anders dan deze geometrische perfectie en het dwingende karakter hiervan als uitgangspunt te nemen: het vierkant, de kubus en de diagonaal vormen de bouwstenen van het huis.
Om het huis een beslotenheid te geven wordt de hoogte van de schuur teruggebracht: een plafond op 2,6m deelt de ruimte onder de kap. De scheiding is ook in de gevel te zien. Het lijkt alsof er een houten volume onder het dak van de schuur is geschoven. De ruimte onder het plafond wordt onderverdeeld in hoofdruimtes met ieder een specifieke functie: zit-, eet-, tv-, kook-, entree/speel-, wacht- en praktijkruimte. Elke hoofdruimte krijgt een specifieke verbinding met het dak: een vierkante sparing in het plafond loopt taps toe tot een langwerpig daklicht. De hoogte van de schuur wordt zo overal in het huis voelbaar en biedt iedere leefruimte direct zonlicht. Het specifieke karakter van de leefruimtes wordt bovendien versterkt door de positie van de vierkante sparingen ten opzichte van de oorspronkelijke structuur van de schuur. De lichtkernen wordt verbonden met de oude spanten: het lijkt alsof ze het licht dragen. Iedere lichtkern heeft een andere verbinding met de zon. Het is niet voor niets dat de afmetingen van de lichtkernen overal hetzelfde zijn. Ze verbinden alle ruimtes weer met elkaar. Dit gebeurt zowel op begane grond als op de verdieping, waar ze als ruimtescheppende volumes zichtbaar zijn. Het zijn bovendien denkbeeldige kubussen: ze zijn even lang en breed als de ruimte onder het plafond. Lichtkubussen verbinden alle ruimtes in het huis met elkaar. De grote ruimte van de schuur wordt weer voelbaar in het huis.

Publicaties:
MARK, oktober/november 2016, Precision is Prime; Frame Publishers, Amsterdam