Kantoorgebouw
Klaus, Oostenrijk
10.640m2 BVO
2/3 voltooid 2015 (gefaseerde uitvoering)
Opdrachtgever: Omicron Electronics GmbH
Ontwerpteam: Border Architecture (ruimtelijk- en daglichtontwerp centrale zone): Michiel Zegers, Alexandra Lehec, Victor Lepage, Daria Naugolnova, Pieter de Bruyn Kops, Henri Borduin; Dietrich_Untertrifaller (hoofdarchitect Oostenrijk), Anna Heringer, Martin Rauch, Gregor Eichinger (ontwerp objecten 'Hotspots')
Opdracht
Iedere opdracht kent zijn eigen ontwerpvraagstuk en -problematiek. Deze opdracht wordt echter gekenmerkt door een paradox die raakt aan de grenzen van de bouwkunst. Naast identieke daglichtomstandigheden in iedere kantoorruimte wenste de opdrachtgever vrijheid zonder kunstmatige grenzen te ervaren. Maar alles wat je bouwt ligt vast, en is in essentie ontdaan van werkelijke vrijheid. Ook als wanden kunnen schuiven, daken open kunnen klappen en vloeren demontabel zijn, lijkt werkelijke vrijheid niet te bouwen.
Structuur
Centraal in het gebouw ligt een zone van 80x10m. Het is het langwerpige noord-zuid georiƫnteerde hart van het kantoor. De meeste faciliterende functies zijn gebundeld in deze zone. Strategisch in de centrale zone liggen trappen, liften, toiletten, reproductie, IT-verdeelstations, opslag en enkele pantry's in drie compact ontworpen gebieden. Informele ontmoetings- en verblijfsruimtes van 10m breed x 10m lang en 6,8m hoog liggen tussen deze compacte gebieden. De opdrachtgever noemt deze ruimtes 'Hot spots'. Grote objecten in de 'Hot spots' maken verschillende manieren van informele ontmoetingen en overleg tussen de werknemers mogelijk. De objecten gaan bovendien verschillende tactiele relaties aan met de werknemers. Het is een manier om een lichamelijke verbinding met het gebouw aan te kunnen hebben. Aan weerszijden van de centrale zone liggen alle kantoorruimtes. De interactie van de werknemers met de centrale zone is groot.
Licht
Door de compacte gebieden loopt een gebouwhoge schouderbrede lichtsnede. De snede verbindt de verdiepingen met het zonlicht en met elkaar. Het zonlicht valt ingekaderd dwars door het gebouw, en krijgt zo een massieve kwaliteit. De noord-zuid oriƫntatie zorgt ervoor dat de snede de hele dag op een ingetogen wijze van karakter verandert. De dynamiek van het ingetogen licht gekoppeld aan de dimensies van de snede laat een glimp van oneindigheid en oorspronkelijkheid ontstaan. De snede ontmoet de informele verblijfsruimtes waar de compacte faciliterende gebieden eindigen. Hier vindt de ingetogen, ingekaderde lichtruimte zijn vrijheid. Hij explodeert in een veelvoud van lichtsleuven in het dak. De zijkanten van de lichtsleuven verhouden zich op verschillende manieren tot het zonlicht: zacht en ambient door een curve van hetzelfde materiaal als het plafond, gefilterd en indirect door een gehoekt vlak van gepolijst messing of koper, direct door spiegels in de kopse kanten. Het licht dat door de curve gereflecteerd wordt zou je de verbinding tussen mens en gebouw kunnen noemen. Het gehoekte vlak kan een driehoeksverhouding tussen zon, gebouw en mens laten ontstaan, en heeft dezelfde kwaliteiten als bijvoorbeeld een glas-in-lood raam. Het directe zonlicht maakt een verhouding mogelijk tussen alleen mens en zon mogelijk. Iedere dag, en ieder moment van de dag is het zonlicht anders. Dit gekoppeld aan de daglichtsleuven maakt een oneindig aantal verbindingen tussen werknemer, gebouw en zon mogelijk.
Publicaties:
Houtblad, maart 2016, Er zij Licht; MYbusinessmedia,
Deventer
architektur.aktuell, januari/februari 2016; Architekur
Aktuell GmbH, Wenen